Psychoactieve planten in de Vikingcultuur

De Vikingen – een machtig zeevarend volk, oorspronkelijk afkomstig uit Scandinavië, dat eeuwenlang over de zeeën heerste, Europa binnenviel en handel dreef. Hun brute en ongetemde aard en hun buitengewone kracht hadden een enorme invloed op de vroegmiddeleeuwse Europese geschiedenis en zorgden ervoor dat ze herinnerd blijven als een van de meest fascinerende volkeren uit de geschiedenis. 

Onderzoekers proberen al jaren het mysterie achter het gedrag van de Vikingen te ontrafelen. Er is een theorie dat de gekke, tranceachtige toestanden die kenmerkend voor hen waren, veroorzaakt kunnen zijn door psychoactieve planten die inheems waren in de regio. Laten we eens kijken!

Wie waren de Vikings?

De Vikingen waren Scandinavische zeelieden, krijgers en handelaren die leefden tussen de 8e en 11e eeuw. Ze kwamen voornamelijk uit de gebieden van het huidige Noorwegen, Denemarken en Zweden. De Vikingen stonden bekend om hun zeilvaardigheden, agressieve oorlogvoering en handel, die zich uitstrekte van West-Europa tot Byzantium en het Midden-Oosten. 

De uitbreiding van de Scandinaviërs was het gevolg van zowel interne als externe factoren. De overbevolking in hun rotsachtige gebieden en het gebrek aan stabiele politieke structuren moedigden de zoektocht naar nieuw land aan. Tegelijkertijd moedigde de militair-politieke zwakte van andere landen het gemakkelijk verwerven van rijkdom aan.

De Vikingmaatschappij was georganiseerd in clans of stammen, elk met een sterke leider die de krijgers leidde in hun expansie op het Europese continent en daarbuiten.

Overtuigingen 

Het geloof van de Vikingen was diep geworteld in hun dagelijks leven en cultuur. Goden als Odin, Thor en Freya beïnvloedden verschillende levensterreinen, zoals oorlogvoering, landbouw, zeereizen en het gezinsleven. 

Naast religieuze praktijken waren de overtuigingen van de Vikingen ook verbonden met magie en waarzeggerij. Men geloofde dat spreuken en runen konden helpen om de toekomst te voorspellen of om succes in de strijd of op reis te verzekeren.

De Vikingen geloofden ook in het bestaan van een wereld na de dood, waar de zielen van de doden naar verschillende landen konden gaan, afhankelijk van hun verdiensten. Walhalla was een plaats waar krijgers die in de strijd stierven naartoe wilden, waar ze eeuwig konden leven en samen met de goden konden feesten.

De Vikingen geloofden ook in Ragnarok – het einde van de wereld, dat zou komen in de vorm van een groot gevecht tussen goden en reuzen.

Het geloof van de Vikingen was een belangrijk onderdeel van hun cultuur en samenleving en beïnvloedde alle aspecten van het dagelijks leven, waaronder kunst, literatuur, rituelen en magische praktijken. Hoewel de traditionele Noorse religie verdween met de kerstening van Scandinavië, zijn er tegenwoordig veel mensen in geïnteresseerd als onderdeel van het culturele erfgoed van de Vikingen.

Odin’s Uitverkorenen

Als we kijken naar de cultuur en het geloof van de Vikingen, is het onmogelijk om de legendarische groep krijgers niet te noemen, die bekend staan om hun meedogenloze vastberadenheid en wreedheid in de strijd. Berserkers stonden bekend om hun agressieve vechtstijl en hun woede-uitbarstingen op het slagveld. Men geloofde dat ze in een staat van strijdwoede verkeerden die hen bovenmenselijke kracht en uithoudingsvermogen gaf. Berserker Vikingen trokken tijdens de strijd een berenvel aan om hun woestheid en kracht te benadrukken. Ze stonden erom bekend dat ze geen pijn voelden tijdens de strijd, waardoor ze zelfs na ernstige verwondingen konden doorvechten. Deze vastberadenheid leidde echter vaak tot hun dood op het slagveld.

Deze ongewone groep krijgers werd sterk geassocieerd met de sjamanistische cultuur. Volgens legendes beoefenden ze rituelen voor de strijd om in een staat van strijdwoede te komen die hen onverwoestbaar zou maken in de strijd.

Men geloofde dat berserkers hun kracht haalden door een vorm van spirituele transformatie te ondergaan. Ze dronken een kruidenbrouwsel dat ‘berserksgangr’ werd genoemd en gingen dan in een tranceachtige toestand waardoor ze hun innerlijke reserves aan kracht en woede konden aanspreken.

Deze veranderde staat zou hen toegang geven tot grote fysieke kracht en uithoudingsvermogen, waardoor ze met schijnbaar onmogelijke intensiteit en veerkracht konden vechten.

Overgangsritueel

Wat stelde de Berserk Vikingen dan in staat om in een staat van tomeloze kracht en bovenmenselijk uithoudingsvermogen te komen? Sommigen suggereren dat het het resultaat kan zijn geweest van hysterie of een gevolg van posttraumatische stressstoornis (PTSD) veroorzaakt door jarenlange blootstelling aan geweld.

Anderen geloven dat het een gevolg was van het consumeren van grote hoeveelheden alcohol of psychedelische planten zoals hallucinogene paddenstoelen. 

Onderzoek door archeologen suggereert dat de Vikingen bepaalde soorten psychoactieve paddenstoelen aten om in wat sommigen een veranderde bewustzijnstoestand noemen te komen. Ze geloofden dat paddenstoelen mystieke eigenschappen hadden die hen macht konden geven over vijanden op het slagveld, waaronder bovenmenselijke kracht en moed. Berserkers geloofden dat de beroemde gevechtswaanzin – berberkergang – naar hen was gestuurd door de Noorse oppergod Odin. Tijdens de berberkergang gaven de krijgers zich vaak bloot door op schilden te slaan en te bijten, waarbij ze luidkeels zongen. Na de strijd vielen ze enkele uren in een lethargie, wat zou kunnen duiden op de vervagende effecten van psychedelica.

Amanita muscaria

De meest wijdverspreide hypothese is dat het uithoudingsvermogen en de ongevoeligheid voor pijn van de Vikingen tijdens gevechten mogelijk het resultaat waren van het nuttigen van een versterkende drank met Vliegenzwam als hoofdingrediënt vóór de strijd.

In voorchristelijke tijden werd Amanita muscaria veel gebruikt in religieuze rituelen, vooral die van sjamanistische aard, van Scandinavië tot Kamtsjatka en in Noord-Amerika. In Siberië was het eeuwenlang het populairste hallucinogene middel.

Bovendien is er historische documentatie van andere culturen rond deze periode die soortgelijke praktijken beschrijven waarbij paddenstoelen voor de strijd werden geconsumeerd.

Het bewijs dat de Vikingen Vliegenzwam gebruikten is echter verre van betrouwbaar. Bovendien bevat de paddenstoel verschillende psychoactieve stoffen. Een daarvan is muscimol, een verbinding die een wisselwerking aangaat met GABA (gamma-aminoboterzuur), de remmende neurotransmitter in de hersenen. Activering van GABA wordt in verband gebracht met kalmerende effecten. De paddenstoel bevat echter ook andere stoffen, zoals iboteenzuur of muscarinezuur, die een stimulerend effect kunnen hebben. 

De verscheidenheid aan stoffen in Amanita muscaria maakt het voorspellen van de effecten erg moeilijk. Het lijkt erg riskant om het voor een gevecht te consumeren. 

Henbane

Een even populaire theorie is dat berserkers een plant gebruikten uit de familie van de nachtschadeachtigen Hyoscyamus niger, bekend als zwarte henbane. 

Zaden van deze plant werden gevonden op een begraafplaats bij Fyrkat in Denemarken. In een graf uit 900 na Christus werden de overblijfselen gevonden van een vrouw die een Vikingpriesteres of sjamaan leek te zijn. Deze en andere archeologische vondsten wijzen erop dat de Vikingen bekend waren met henbane. Een analyse van de symptomen veroorzaakt door de vergiftiging van deze plant suggereert dat het gebruikt zou kunnen zijn door berserkers om een staat van woede op te wekken, die ze gebruikten tijdens gevechten. De bladeren van deze plant bevatten giftige alkaloïden zoals hyoscine en scopolamine, die bij inname hallucinaties kunnen veroorzaken. Henbane werd gebruikt als medicijn en als rituele plant. Het staat ook bekend om zijn psychoactieve effecten en kan leiden tot delirium, afscheiding van de werkelijkheid of duistere en realistische hallucinaties. Andere fysiologische effecten zijn het opzwellen en rood worden van de huid, verwijding van de pupillen, koude rillingen of koorts, verlaging van de bloeddruk en verlichting van de pijn, wat berserkers in staat kan hebben gesteld om door te gaan met gewelddadige gevechten ondanks verwondingen.

Onderzoek suggereert dat Scandinavische en Germaanse gemeenschappen Hyoscyamus niger namen voor het gevecht om hun kracht te vergroten, de pijnperceptie te verminderen en hun agressie te verhogen. Het is ook mogelijk dat sommige berserkers henbane combineerden met andere stoffen, zoals psychedelische paddenstoelen, om een nog extremere staat van waanzin te bereiken. De details over hoe de krijgers de plant consumeerden zijn echter nog onduidelijk door het gebrek aan archeologisch materiaal om deze theorieën te ondersteunen.

Andere planten 

Ondanks hun kleine grondgebied hadden de Vikingen toegang tot een rijke verscheidenheid aan planten, naast de planten die theoretisch in de strijd werden gebruikt. Het plantenlandschap van de Vikingen was rijk en gevarieerd en weerspiegelde hun nauwe relatie met de natuur en hun vermogen om haar gaven te gebruiken. Populaire geneeskrachtige planten waren onder andere klis, alsem, duizendblad, weegbree en klimop. Ondertussen werden planten als hop, knoflook, tuinkers, marjolein, munt, zuring en tijm als kruiden gebruikt. De Vikingen stonden ook bekend om hun productie van honing, die niet alleen werd gebruikt om voedsel zoeter te maken, maar ook om verschillende kwalen te behandelen. 

Planten speelden dus een belangrijke rol in het leven en de cultuur van de Vikingen, zowel in praktische als in heilige zin. Ze stelden deze mensen in staat om de barre levensomstandigheden in het harde klimaat van Scandinavië te overleven, zichzelf te genezen en verbonden te blijven met de natuur en de goden.